|
|||||||
Les 1: Te domLeiden, maandag 27 december 2010 Jaja. Het is een taboe dat wij deze week vrolijk en vastberaden zullen slechten:
kan iemand te dom zijn voor de liefde? Zo ja, hoe komt dat dan? Dom op zich is lief. Denk aan een Golden Retriever, denk aan een puppy van een Golden Retriever, liever bestaat niet. Toch zou ik niet willen zeggen dat er in deze hond veel intelligentie schuilt. Dat blije op iedereen afhuppelen, dat eeuwige geaaid willen worden, dat kan toch niet ons uitgangspunt in het leven zijn. Nu zult u zeggen, 'ja, maar dat is een hond en wij zijn mensen'. Dat klopt, en daarom is het goed de verschillen te cultiveren. Dom is niet alleen domweg vertrouwen hebben uit gebrek aan diepgang. Dom is helaas veel meer. Al moet ik op dit punt een nuance aanbrengen tussen dom en onwetend.
Dat laatste is gewoon gebrek aan kennis, en zulks kan via een cursusje
bijgespijkerd worden. Dom is het onvermogen tot intelligentie, en dit
niet beseffen. In de liefde kan dat fnuikend zijn, tenzij u op Golden
Retrievers valt. Indien u nu superieur zit te knikken, bent u dommer dan u denkt. Want zoals A staat tot B, zo kan B tot C staan. Met andere woorden, zult u het doorhebben als een Geliefde u dom vindt? Nederigheid is goed in de liefde, dat weet ik als geen ander. Het gaat er dus om, dat u bepaalt wat de minimale intelligentie is die uw aanstaande Geliefde moet bezitten. Het gaat dan niet om elementaire vaardigheden als klok kijken, maar om snelheid van denken, het vermogen verbanden te leggen tussen zeven willekeurige feiten en wat sommige heren betreft, het aantal gedachten per dag. Heeft iemand minder dan de minimale intelligentie, dan is een liefdesrelatie uitgesloten. Het zal u veel leed besparen, en geloof mij, de ander ook. Persoonlijk geef ik minder dan een ander om intelligentie in een Geliefde. Een beetje slim is fijn, ja. Gezond verstand vind ik eigenlijk nog fijner. Maar kwaliteiten als haartjes op de onderarm, een mooie stem en een lief karakter stemmen me altijd mild. Er is een groot middenveld tussen de man en de Golden Retriever en ergens op het midden van dat middenveld, neigend naar de goede kant, daar is mijn ideale man te vinden. Vroeger dacht ik daar heel anders over, maar enfin, men leeft en leert. Van u, Liefdescursisten, hoop ik hetzelfde. Volgende week behandel ik het fenomeen van de aanhoudende irritaties. U ergert zich mateloos aan de Geliefde, of aan degene die uw Geliefde zou kunnen zijn, als die ander tenminste wat vervelend gedrag afleerde. Het kan zijn dat u toleranter dient te worden. Maar er kan ook iets anders gaande zijn. Wat, alsook enkele voorbeelden van veelvoorkomende irritaties, verneemt u volgende week van
|