Les 6: Te lang single, kan dat?
Leiden, maandag 20 januari 2014
Lieve Liefdescursisten,
|
De Liefdescursus is weer van start
gegaan. Wilt u af en toe een berichtje ontvangen? Meldt
u dan aan. U ontvangt het eBoek Eerste Hulp bij Liefdesverdriet.
|
Wanneer u in alle oprechtheid kunt zeggen dat u een zogeheten
happy single bent, dan feliciteer ik u. En dan vraag ik meteen
beleefd, of u van plan bent deze gelukkige staat de rest van uw
leven aan te houden. O, dat toch weer niet? Vraiment.
Dat is best merkwaardig. U bent gelukkig en toch verlangt u naar
verandering. Sterker nog, u vraagt zichzelf soms ongerust af of
u te lang alleen bent geweest. Hoe zit dat?
Te lang alleen is een curieuze uitdrukking. Het laat iets zien
over uw idee van een relatie. Eigenlijk zegt u daarmee: ik ben zo
lang alleen dat ik er helemaal aan gewend ben om te doen en laten
wat ik wil en ik verdom het om me ooit nog naar een ander te schikken
want daar is het leven te kort voor.
Dat is niet de meest romantische visie op de liefde die ik me kan
voorstellen. Misschien wilt u niet samenwonen. Maar waarom zou u
dan doen? Mogelijk heeft u geen zin in gehoorzaamheid. Heus, 't
is niet verplicht. Het idee is dat een liefde uw leven rijker en
fijner maakt. Voelt u weerstand, dan bent u nog niet lang genoeg
single.
Er zijn genoeg Liefdescursisten die het niet aandurven om alleen
te zijn. Daar zijn ze bang voor. Ze hebben dan geen idee wat ze
met de dag moeten beginnen en de nacht lijkt ze een gapend gat vol
duisternis. Dat zijn degenen die elke minuut de radio aanhebben.
Ik voel altijd medelijden met zulke mensen. De hele tijd op jacht
naar gezelschap, het lijkt me zo'n onrustig bestaan. Daarbij heb
ik vaak de indruk dat ze voor iets op de vlucht zijn, iets in zichzelf,
en dat is ook al zo moeilijk.
Nu is moi misschien wel het tegenovergestelde. Zo gauw ik
lopen kon, liep ik naar een stille hoek om daar alleen te zijn.
Als kleutertje klom ik graag in bomen, om op een hoge tak te gaan
zitten lezen, samen met mezelf. Zo was en ben ik nog steeds, sans
bomen. Iemand die goed alleen kan zijn, heeft bij mij altijd een
streepje voor.
Ik herinner me mails van Cursisten die tijdens Kerst of op Oudejaarsavond
alleen waren. Diep wanhopig en ellendig eenzaam. Dan wilden ze opeens
verkering met iedereen. Van wensen laat staan eisen was opeens geen
sprake meer.
Tess J. uit Zeewolde heeft een leuk leven, mailde
ze. Uitgaan met de vriendinnen, een baan, een eigen auto, een appartementje,
het zou volmaakt zijn als de omgeving eens ophield met zeuren.
Want: Tess vindt het prima zo. Ze wil niet aan de
man en helemaal niet aan de baby. Er zijn dagen dat ze denkt, wel
honderd jaar zo verder te willen leven. Maar dat durft ze niet tegen
haar ouders te zeggen. Die komen dan met doemscenario's waarin woorden
voorkomen als "overgeschoten". Wat te doen, vraagt Tess.
In dergelijke gevallen adviseer ik altijd de aanschaf
van een goed spreekwoordenboek. Daarin staan vele dooddoeners die
een uitstekende afweer vormen tegen elk emotioneel gesprek en iedere
manipulerende opmerking. Denk vooral aan uitdrukkingen als: "Komt
tijd, komt raad". En: "Op ieder potje past een dekseltje."
Zeggen je ouders nog wat terug, hou het dan verder op "jaja"
en "nounou". Dat is genoeg.
Samengevat. Te lang single zijn om de liefde nog te vinden bestaat
niet, evenmin als u te lang arm kunt zijn om nog de Staatsloterij
te winnen. Als u echt wilt en loten blijft kopen (lees: afspraakjes
maakt), dan moet het vroeger of later lukken met de liefde.
Maar ja, misschien lukt het niet omdat u het eigenlijk niet wilt.
U bent te kritisch of juist helemaal niet. U stelt geen grenzen
of juist veel te veel. Weet u waar de gulden middenweg in deze ligt?
Hoe het precies zit, hoort u aanstaande maandag van mij,
|