Les 1: Help! Ik ben zo lelijk!
Maandag, 19 oktober 1998
Lieve Liefdescursisten,
Nu het zomer is geweest, schreeuwt in alle spiegels de waarheid u toe:
lelijk, lelijk, lelijk. Dat lichaam... dat hoofd.... die kleren... van
schrik voelt u zich très eenzaam. Over l'amour durft
u niet meer na te denken. Wordt het dan toch maar een fijn huisdier?
In deze eerste les moet ik u al streng toespreken, merk ik. Lelijk bestaat
niet, althans niet uiterlijk. Hou die gedachte vast, terwijl we uw drogbeelden
nader onderzoeken. Allons. Niet meteen uitslag krijgen van de zenuwen.
Hou mijn hand stevig vast.
Het is moeilijk te geloven, maar ook ik heb in het verleden weleens
last van lelijkheid gehad.Terwijl ik op de sofa lag, des bonbons
knabbelde en de nieuwste liefdesbrieven van mijn amants doornam,
voelde ik mij lelijk. Diepe zelfanalyse van dit ongewone gevoel bracht
mij het antwoord: ik verveelde mij. Na een kort verblijf in een bekend
kuuroord in de Provence had ik weer nieuwe energie om mijn correspondenties
te voeren.
Wie zich lelijk voelt, zegt eigenlijk tegen zichzelf: ik mag er niet
bij horen. U bedoelt dan: ik durf dat niet. Zo schakelt u zichzelf uit,
voordat anderen dat kunnen doen. Dat is een excellent overlevingsmechanisme,
ware het niet dat de grondslag ervan fout is. Want wordt u nu zo gelukkig
van dat lelijk voelen en buitengesloten zijn?
Neen? Quelle surprise.
Tijd daarom voor een andere benadering. Gaat u er eens een week van
uit dat iedereen aantrekkelijk is. Ja, ook u. Maar dat legt u geen verplichtingen
op. U moet niets.
Dit natuurlijk nadat de eerste reactie van weerstand is vervaagd. Gewoon
doorzetten. U bent toch niet gehecht aan uw problemen? Komt u onverhoopt
in geestelijke nood, dan mag u mij altijd schrijven
Naturellement leidt het één weer tot het ander.
Toch niet lelijk zijn, maar wat dan? Wie zal er eigenlijk van u
gaan houden? Daarover denken we in les twee van de Leidse Liefdescursus
na.
|