Les 13: Als liefhebben een neurose wordt... wat dan?
Maandag, 18 januari 1999
Lieve Liefdescursisten,
De dertiende les alweer, waar blijft toch de tijd? Het lijkt pas
gisteren dat ik met u stilstond bij de vraag of u aantrekkelijk
was, of u de weg wees naar gelegenheden waar u een Geliefde kon
vinden. En zie, vandaag al zijn we aanbeland bij de afdeling psychiatrie.
Liefhebben is mooi, maar alleen als het om de juiste redenen geschiedt.
Sommigen onder u zijn naar het schijnt heel normaal en verheugen zich
over de aanwezigheid van een lieve moeder, een hond en een hypotheek.
Het enige dat nog aan hun geluk ontbreekt, is een Geliefde. Normaal? Schijn
bedriegt. Want dat lege hart heeft geen bodem en geen liefde zal groot
genoeg zijn om het hart te vullen. Als liefhebben een neurose wordt, wat
dan?
Goede vraag, n'est-ce pas. Temeer daar we altijd vinden, dat
anderen neurotisch zijn en wijzelf toch heel normaal. Ach, als iedereen
eens deed als wij, dan waren al die bommen op Irak nergens voor nodig
geweest en iedereen in Afrika at dagelijks een taartje. Maar enfin. Laten
we de zaken in proporties blijven zien, en ons dus concentreren op uw
neurotische verlangen naar een Geliefde.
Regelmatig ontvang ik brieven van liefdescursisten die trouw mijn lessen
volgen, eigen initiatief ontwikkelen, dagelijks vol hoop schoon ondergoed
aantrekken en toch alleen blijven. Tout, tout, doen zij om een
Geliefde te vinden en toch lukt dat niet. Bij sommige Cursisten kan deze
queeste naar de Geliefde uitgroeien tot een obsessie. Zij denken persoonlijk
te falen, als ze geen Geliefde vinden dan wel houden. Met zo'n instelling
vraagt u om ellende. Want let op: u kunt liefde sturen, maar niet afdwingen.
Hoe meer u dwingt, hoe kleiner de kansen op liefde.
Liefhebben wordt een neurose als u voor waardering, genegenheid en liefde
geheel afhankelijk bent van een ander, als u de ander nodig heeft om u
'iemand' te voelen, en als u zonder liefde de dagen dor en onvruchtbaar
vindt.
Het sleutelwoord hier is afhankelijkheid. Dat is een broertje van dwang.
Want altijd zult u die ander willen dwingen tot bewijzen van liefde: cadeaux,
brieven, uitspraken en voortdurende verantwoording over de tijd die buiten
het bereik van uw ogen wordt doorgebracht. Dat houdt geen mens lang vol
en de gevolgen daarvan liggen voor de hand. Kijk diep in uw hart en zeg
mij of u ook zo bent. Natuurlijk, de anderen zijn altijd erger, maar we
hebben het nu over u. Als u nooit meer in uw leven een Geliefde vindt,
wie bent u dan nog?
Ah bon. Ik begrijp hoe akelig het is om die waarheid onder ogen
te zien. Maar schrik niet. Het roer kan altijd om.
Leef voor uzelf, zeg ik u. Luister naar uw hart, bezie uw impulsen,
schrijf uw dromen op en herinner u uw kinderlijke verlangens. Daar ligt
de kern van wie u in wezen bent. Hierin liggen de aanwijzingen voor een
gelukkig leven. Volg die dan ook. Begin vandaag, dit uur, deze minuut.
Die Geliefde, jammert u, ik wil mijn Geliefde. Die komt. Maar alleen als
u de neurotische behoefte aan hem of haar loslaat.
Wat is uw alternatief?
Zo, veeg het zweet maar van uw voorhoofd. Deze liefdesles is fini.
Leg uw zakdoek maar klaar, want volgende week bespreek ik signalen
van overspel. In de Opfriscursus leer ik u, wat verliefdheid nu
eigenlijk is. Een charmante balans, al zeg ik het zelf.
|