Uit Mijn Eigen LevenOf T. nog om mij gaf, wist ik niet. De laatste tijd dat ik met hem omging, was hij was eenzelvig geworden. Voor een deel was dat mijn eigen schuld. Toen hij jarig was, had ik hem lid gemaakt van de plaatselijke postzegelvereniging. Tja, wat geef je een man die alles al heeft? Maar nu zat hij bijna iedere avond met een speciaal daarvoor aangeschaft pincet met zijn postzegels te schuiven. Het was een lief gezicht, alleen werd ik er wat eenzaam door. Daarom besloot ik een oude strategie te hanteren. Ik ging een dagje uit met een vriendelijk manspersoon dat een oogje op mij had en spoedde mij vervolgens naar T. Terwijl hij aandachtig alle postzegels van Nederland tot 1940 in nieuw bedachte categorieën onderbracht, vertelde ik hem gedetailleerd wat het manspersoon allemaal voor plannetjes met mij had. Zou hij jaloers worden? Dan gaf hij nog om me. Maar T. reageerde niet. De postzegels hadden zijn volle aandacht. Dat verbaasde mij. Bevangen door emotioneel ongeloof wist ik niet of hij me
wel gehoord had, en daarom begon ik mijn verhaal opnieuw. |